Over de effecten van stikstof op ziekten en plagen doen tegenstrijdige verhalen de ronde. De meeste tegenstrijdigheden zijn terug te voeren op het niet onderkennen van de verschillende effecten van de diverse vormen van stikstof. Veel meningen en veel misverstanden. We noemen er een paar:
NH4 (ammonium)
Deze algemeenheden houden echter geen rekening met de effecten van:
Dat planten stikstof nodig hebben staat niet ter discussie. Wat wel ter discussie kan staan is de vorm van stikstof die ze nodig hebben en of deze vorm van stikstof invloed heeft op ziekten en plagen.
Planten kunnen stikstof onder andere opnemen in de nitraatvorm en als ammonium. Sommige planten zijn beter aangepast aan nitraat, andere aan het opnemen van ammonium. De verschillende vormen van stikstof die door de plant kunnen worden opgenomen, worden echter op verschillende manieren verwerkt en kunnen een diepgaand effect hebben op ziekten (Huber and Watson 1974).
Onder natuurlijke omstandigheden is er een ruime marge in de verhouding tussen nitraat en ammonium aanwezig. Beide vormen komen voor. Welke vorm het meest voorkomt kun je aflezen aan de hand van de pH. Is de pH hoger dan 5,5 dan is nitraat (NO3), de dominante vorm. Is de pH daarentegen lager dan 4,5 dan is ammonium (NH4) de dominante vorm. Deze kennis kunnen we
NO3 (nitraat)
goed gebruiken, want uit de plantenfysiologie is het bekend dat plantensoorten van kalkrijke of licht zure standplaatsen aangepast zijn aan nitraat als bron van stikstof, of een combinatie van nitraat en ammonium. Onder zure omstandigheden is dit ammonium.
Wat gebeurt er nu met een plant die van nature groeit op een kalkrijke bodem, waar vrijwel geen ammonium aanwezig is, als deze wordt blootgesteld aan hogere concentraties van ammonium?
Het element van de maand oktober gaat hier verder op in. Over stikstof als element van de maand is zoveel te vertellen dat we het opbreken in enkele kortere delen.
Stikstof II lezen…
Stikstof III lezen…
Meer weten? Neem contact op.